Bij de vorming van het kabinet Rutte III kreeg de ChristenUnie een staatssecretaris Volksgezondheid. Dat werd Paul Blokhuis. Hoe kijkt hij terug op de voorbije periode en wat is zijn belangrijkste drijfveer?

Volgens veel mensen is hij een bewogen christen die opkomt voor de zwakkeren in de samenleving. “Ik hoop dat dit klopt”, reageerde Blokhuis desgevraagd. “Mijn vader was een ‘vrolijk’ gereformeerde dominee. Mijn ouders hebben mij met de paplepel ingegoten dat je klaar staat voor anderen. Toen we in Schiedam woonden, was het normaal dat Aad, een verstandelijk gehandicapte man uit de kerk, op zondagmorgen met ons meeging om koffie te drinken. Week in, week uit. Jaar in, jaar uit. Aad voelde zich thuis, want hij smikkelde taart op en hij zette zelf klassieke muziek op. De benadering van mijn ouders past ook bij mijn belangrijkste drijfveer: iedereen moet kunnen meedoen. Vanuit mijn geloof en vanuit de naastenliefde doe ik dat: Wie je ook bent en natuurlijk ook als je een verstandelijke beperking hebt.”

Blij na aarzeling

Hoewel Blokhuis een christelijksociaal geluid wil uitdragen, is zijn staatssecretariaat onderdeel van een tamelijk liberaal kabinet. Deze spanning voelde Blokhuis al vanaf het begin. “Ik aarzelde om toe te treden. Het moment waarop ik werd gebeld, herinner ik me goed. Ik kwam net terug van een werkbezoek, toen de telefoon ging. Voordat ik hem openklapte, wist ik het: dit is Gert-Jan Segers, onze fractievoorzitter. En jawel! Ik nam op: ‘Gert-Jan, ik wil niet dat jij mij belt.’ Ik had er aanvankelijk geen behoefte aan. Wat moest ik in dit centrumrechtse kabinet zoeken?

Maar Segers somde ”mijn” thema’s op: geestelijke gezondheidszorg, maatschappelijke opvang, beschermd wonen en preventie. Dat zijn precies onderwerpen die mijn hart hebben. Ik overlegde met mijn gezin en sliep er een nachtje over. Ik wilde er serieus over nadenken, las het regeerakkoord en was toen blij verrast. Zeker, met sommige standpunten was ik het niet eens. Daarvan zijn er inmiddels gelukkig enkele gesneuveld: de dividendbelasting en het plan om mensen met een beperking onder het minimumloon te belonen,” verduidelijkt Blokhuis.

Omdat Blokhuis een sociaal-christelijk beleid wil voeren, had hij wellicht beter minister van Sociale Zaken kunnen worden. Uiteindelijk is Blokhuis bij Volksgezondheid beland. “Van onze kleine fractie werden niet alle wensen ingewilligd. We wilden graag onderwijs, economisch beleid of sociaal beleid. Maar uiteindelijk werd het landbouw en onderwijs. Toen kwam nog een staatssecretariaat voorbij. Dat paste goed in ons profiel. CDA‘er De Jonge kreeg gehandicaptenzorg, ik kreeg GGZ en preventie. De laatste taak sluit aan bij de lokale praktijk. Daar weet ik veel van”, licht Blokhuis toe. Vanuit zijn kennis is hij ambitieus als het gaat om preventie. “Ik vind het jammer dat mensen in zo’n rijk land welvaartsziekten hebben. Dit zijn ziekten die we kunnen voorkomen. Wat ik als mijn taak zie, is Nederlanders door preventie gezondere keuzes te laten maken.” Hij heeft hiertoe het Nationaal Preventieakkoord met meer dan 70 partijen gesloten.

Overlap

Als staatssecretaris beheert Blokhuis de geestelijke gezondheidszorg (GGZ). De gehandicaptenzorg hoort daar niet bij. “De gehandicaptenzorg is nooit met de GGZ bij één bewindsman geweest. Toch kreeg ik een uniek pakket van maatschappelijke opvang, verslavingszorg, GGZ en Beschermd Wonen. Dat pakket is ook nooit bij één bewindsman ondergebracht.” Blokhuis erkent dat een overlap aanwezig is tussen beide groepen. “Een goede samenwerking tussen GGZ en verstandelijke gehandicaptenzorg vind ik belangrijk. Toch wil ik de zorg van de GGZ en verstandelijke gehandicapten niet helemaal integreren. Zoals afgesproken in het regeerakkoord komt er geen stelselherziening in de zorg”. Maar ondanks de scheiding tussen gehandicaptenzorg en GGZ zijn er GGZ-cliënten die toch aankloppen bij de gehandicaptenzorg. Dit zou door de vermindering van de klinische capaciteit in de GGZ komen. Blokhuis herkent dat niet. Hij vervolgt: “De afbouw in de GGZ betekent wel dat de cliënten meer zelfstandig of begeleid gaan wonen. Deze ontwikkeling leidde tot zorgen in de buurten, waarin deze woningen staan, omdat de ambulante hulpverlening niet gelijktijdig was uitgebreid. De laatste ontwikkeling is overigens dat het met de opbouw van de ambulante zorgverlening nu wel beter gaat.”

Verkeerde diagnose

Blokhuis gaat nog verder in op de overlap: zo horen sommige GGZ-cliënten in de gehandicaptenzorg. Blokhuis stelt: “Onlangs ontdekten GGZ-specialisten dat een aanzienlijk aantal mensen ten onrechte een GGZ-diagnose hebben. Ze ontdekten dat de primaire oorzaak van hun geestelijke ziekte niet de GGZ-klachten zijn, maar een verstandelijke beperking, een laag IQ bijvoorbeeld. Ik sprak verschillende keren hierover met psychiater Dr.Kees Lemke. Hij is bestuurder van de zorgaanbieder GGNet in Oost-Nederland en vertelde me dat hij zijn cliënten opnieuw gaat beoordelen. In een interview met het blad ‘De Psychiater’ gaf hij de redenen aan.” Dit artikel beantwoordde de vraag waarom veel chronische patiënten niet opknappen. Voor zorgaanbieder GGNet was dat reden om bij een eerste groep van bijna duizend chronische patiënten de diagnose opnieuw te bekijken. Nieuwe diagnoses werden in 63% van de dossiers vastgesteld. Uit nader onderzoek bleek dat verstandelijke beperkingen, verslaving, trauma’s en autisme vaker de oorzaak zijn van het gedrag van cliënten dan gedacht. Lemke meent dat deze resultaten niet opgemerkt zijn door een “zekere gehaastheid, die tegenwoordig de hele GGZ kenmerkt. Vanwege de enorme toestroom van patiënten én de dalende financiering nemen we min­ der de tijd. De GGZ is een lopende band die steeds sneller draait, met als gevolg: verdunde zorg.”

Blokhuis vindt dat Lemke zich zo kwetsbaar opstelt: “Bij de eerste diagnose kon het al eenvoudig mislopen. Als mensen agressief waren, keken psychiaters alleen naar de symptomen. In onze jachtige samenleving is het moeilijk voor mensen met een laag IQ om bij te blijven. Deze onmacht kan zich uiten in agressief gedrag en vervolgens in psychische klachten omslaan. Lemke vertelde me dat hij een vrouw in behandeling had met 23 medicijnen als GGZ-cliënt toen ze een nieuwe diagnose kreeg. Daaruit bleek een verstandelijke beperking, zodat de vrouw behandelingen vanuit de gehandicaptenzorg kreeg: Daarom had ze deze medicijnen niet meer nodig. Ik verwacht dat alle zorgaanbieders deze nieuwe aanpak overnemen.”

Wachtlijsten

Door de herziening van diagnoses daalt het aantal GGZ-patiënten wellicht, zodat de wachtlijsten kunnen afnemen. Blokhuis beaamt dit: “Ja, kortere wachtlijsten zouden een gevolg kunnen zijn. Want als mensen in de GGZ zijn ondergebracht, en daar niet op de beste manier worden geholpen, neem je oneigenlijk een bed in beslag. Een zorgdruk kan dan worden voorkomen.” Maar ontstaat er dan geen ‘waterbed-effect’, omdat veel cliënten ineens onder zorg voor verstandelijk beperkten vallen? “Het zou op de langere duur best het gevolg kunnen zijn dat deze sector meer geld nodig heeft. Maar is het nog te vroeg om dat te concluderen.”

Wet Langdurige Zorg

Omwille van de vergrijzing is de verwachting dat zorg alleen maar duurder wordt, zo ook de gehandicaptenzorg. Veel geld kost bijvoorbeeld een langdurige opname in een gehandicaptenzorginstelling. “Dit is zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz), waarbij het gaat om zorg met 24 uur toezicht. Denk hierbij bijvoorbeeld aan verpleeg- of verzorgingshuis of een woonvorm in de gehandicaptenzorg. De huidige Wlz staat open voor verstandelijk gehandicapten, maar niet voor mensen met GGZ-klachten.

Er komt een nieuw wetsvoorstel om dat te regelen. Dat is niet eerder dan in 2021 gerealiseerd. Dat vind ik lang duren, maar ik heb hier begrip voor, omdat de doelgroepen heel zorgvuldig afgebakend moeten worden. Zo is bij sommige cliënten herstel mogelijk, bij anderen weer niet. Verder kost overleg over de tarieven veel tijd. Ik verwacht in dit jaar de kamerbehandeling. In 2020 begint de herindicatie, hiervoor
is extra personeel bij het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) nodig, personeel dat scholing nodig heeft. Het CIZ onderzoekt of men in aanmerking komt voor zorg op basis van de Wlz. Het betreft een kwetsbare doelgroep, daarom wil ik een zorgvuldige voorbereiding. Daarnaast hecht ik veel waarde aan de inspraak van belangenorganisaties. Ik wil dus in één keer een goede beweging maken.” Zo wil Blokhuis vanuit zijn geloof blijven opkomen voor de zwakkeren in de samenleving.

Copyright © Op weg met de ander. Alle rechten voorbehouden. | Design: SV Productions | Privacyverklaring

Volg ons:          Zoeken: