Iedere kerkelijke gemeente kent mensen met dementie. Vroeg of laat kunnen zij de kerkelijke activiteiten niet meer volgen en raken ze in een isolement. De vraag is hoe de gemeente met hen in contact kan blijven. In de hervormde Eben-Haëzerkerk in Apeldoorn is daar iets op gevonden.
Drie en een halfjaar geleden startte Hans Leune, bezoekbroeder van de ouderenouderling, met het zogeheten Geheugencontact: een bijeenkomst met zo’n vijf gemeenteleden met dementie op elke eerste zaterdagmiddag van de maand, ook in de zomermaanden. Dat gebeurt in de consistorie. “We hebben het wiel zelf moeten uitvinden, maar ik moet zeggen: het is een mooi initiatief.”
Leune zette het Geheugencontact samen op met Hans Eshuis, destijds ouderling voor het ouderenpastoraat, en medegemeentelid Nico Bleij. Zijn vrouw –ze overleed onlangs– werd goed opgevangen in
een algemeen verzorgingshuis. “Ze zingen daar vaak oud-Hollandse liederen met elkaar, zoals “Tulpen uit Amsterdam””, schreef Bleij aan de kerkenraad, “maar het geestelijke lied helemaal níet. Kan de kerk voor deze mensen iets organiseren?”
Leune: “Ik zat destijds in de kerkenraad en in het Ouderencontact. Ik ben op zoek gegaan of ergens in kerkelijk Nederland al iets draaide voor mensen met dementie. Ik heb niets kunnen vinden. Toen zijn we zelf aan de slag gegaan en hebben we Alzheimer Nederland erbij betrokken. We zijn gestart met een informatiebijeenkomst voor mensen met dementie en hun familie. Dat was een mooie avond met veel praktische handvatten. Er was ook een levensbeschouwelijke invalshoek. Maar de familieleden meldden zich niet aan voor een vervolg; het bleef stil.”
Inmiddels kwamen Leune en Eshuis bij veel senioren over de vloer. “Doordat we hen persoonlijk vertelden over het initiatief, is het gelukt een groepje deelnemers bij elkaar te krijgen. Naast de deelnemers zijn er vijf activiteitenbegeleidsters beschikbaar, van wie er twee per keer aanwezig zijn. En er zijn drie oudkerkenraadsleden, die om de beurt de bijeenkomst leiden.”
Door dit ritme is de Apeldoorner eens in de drie maanden aan de beurt. “We beginnen met een kop koffie en ik houd samen met de activiteitenbegeleidsters het gesprek gaande. Er wordt overal over gesproken. Ik probeer altijd een invalshoek te vinden om het gesprek te leiden naar geestelijke zaken of naar een geestelijk lied. We hebben voor dit contact een bundel met bekende psalmen en geestelijke liederen samengesteld. Wij laten de deelnemers zelf een lied kiezen. Soms vertel ik iets over het gezongen lied. Bij “De Heer is mijn Herder” zeg ik dan: “Wat mooi dat de Heere je Herder is, ook als het moeilijk is.” Het zijn vaak maar korte momenten, want de aandacht is beperkt.”
Soms wordt het dagboekje ”Licht op mijn pad” gebruikt, speciaal geschreven voor mensen met dementie. “Daarin staan aansprekende Bijbelse platen en liederen en die we kunnen zingen.”
Glossy
Omdat de Eben-Haëzerkerk tachtig jaar bestond, is er vorig jaar een glossy uitgegeven met mooie foto’s. “Deze wordt nu regelmatig bekeken door de deelnemers. Die zien hun oud-predikant in dit blad staan. Dat geeft aanleiding tot een gesprek.”
Leune merkt dat het Geheugencontact de deelnemers plezier geeft. “Een bezoekster zegt nu iedere keer aan het einde van de bijeenkomst: “Bedankt voor de kerkdienst.” Ik denk ook aan Henk. Hij had jaren in de kerkenraad gezeten en vond het bijzonder om weer in de consistorie te zitten. Voor hem was dat bekend terrein. De deelnemers komen samen met hun mantelzorger. Een mevrouw vertelde dat ze blij was dat ze samen met haar zoon, die niet meer kerkelijk is, naar deze bijeenkomst kwam. Nu zingt hij de liederen weer mee! God gaat soms wonderlijke wegen.”
Een tijd geleden gaf iemand spontaan een getuigenis. “We zongen psalm 139: “Doorgrond m’en ken mijn hart, o Heer”. Ineens lichtten de ogen van een man op. Hij ging vertellen over zijn leven met de Heere. Iedereen luisterde met aandacht. Dat zijn gouden momenten.” Relativerend: “Je moet geen hoge verwachtingen hebben. Ik stel me beschikbaar. Maar het voordeel is dat wij de mensen kennen. We kunnen gemakkelijk op een situatie inhaken. Dan zeg ik tegen een man die net als ik uit het Westen komt: “Weet je nog van de hefbrug bij de Gouwe?” Dan komen de verhalen.” De bijeenkomst duurt anderhalf uur. Dat is lang genoeg. Soms vinden de deelnemers dat te lang. Dan zeggen de mannen: “Is er ook een voorzitter?” Oftewel: de bijeenkomst mag worden beëindigd. Fouten
In het begin werden er ook fouten gemaakt. “We merkten dat we soms meer met de mantelzorgers
in gesprek waren dan met de deelnemers zelf. Dan haakten die af of vielen ze in slaap. Toen hebben we met elkaar afgesproken ons meer op de deelnemers te richten. Al doende hebben we geleerd.” Het is niet altijd rozengeur en maneschijn. Soms komt iemand binnen die dwars is. Die wil dan wil niets. Leune: “Dat moet je ook een plekje geven. Soms wil er iemand weg. Dan zeggen we dat hij wel even mag rondlopen.”
Toch is het goed dat de deelnemers blijven komen. “Mensen worden door deze bijeenkomsten geactiveerd. In een verzorgingshuis dutten ze in. Ze zitten de hele middag bij de tv. Dat is heel onrustig, met voortdurend geluid. Hierdoor neemt hun mentale activiteit af. Door een middag bij het Geheugencontact zijn ze er weer helemaal bij. Ze worden uit hun isolement gehaald. Het is soms het enige uitje wat ze hebben.” Ook voor de mantelzorger is het een verzetje. “Anders zitten die in het verzorgingstehuis in de woonkamer te kijken – de meeste deelnemers wonen namelijk in een zorgcentrum.” Eén woont er nog thuis. “Ze gaf aan dat ze vergeetachtig is. Ik heb haar uitgenodigd. Ze komt sindsdien en dat is fijn, want dan went er ze alvast eraan. We gaan met de deelnemers door zolang het gaat. We hadden een tijdje geleden dat iemand veel stress kreeg van het erop uit gaan. Die moest ermee stoppen, want dat werkte contraproductief.” Het team wordt telkens geconfronteerd met de eindigheid van het leven. “In drie en een halfjaar tijd zijn er al vijf deelnemers overleden. We zien mensen in hun kwetsbaarheid en onvermogen. Als je ziet hoeveel moeite het kost om een lied uit te kiezen – sommigen kunnen dat eigenlijk niet meer.” Leune beklemtoont de waarde van het uit het hoofd leren van de psalmen. “Nu zingen de deelnemers die uit het hoofd. Wat de Heere erin legt, gaat niet weg. Hij verlaat niet wat Zijn hand begon. Als zij het niet meer weten, God weet ervan. Hij zorgt. Hij maakt het af. Dan ben ik dankbaar dat ik m’n steentje mag bijdragen.”
Jenneke Wolvers