Oordelen is het woord dat voor 100 procent bij onze samenleving past. Van Dale zegt er wel wat dingen over die aansluiten bij hoe we dit als christenen hebben te zien. Hij citeert een belangrijke levenswijsheid uit Mattheüs 7:1: “Oordeel niet, opdat u niet geoordeeld wordt; want met het oordeel waarmee u oordeelt, zult u zelf geoordeeld worden.”

Aan de hand van deze Bijbeltekst wil ik u even meenemen. Wat hebben wij snel een oordeel klaar over onze medemens. Beperkt, gehandicapt of, wat we anders zeggen, “normaal.” Hoe definiëren we een “normaal” mens eigenlijk? Ik denk dat onze hersenen weinig zo snel kunnen als het vormen van een (onjuist!) oordeel in maximaal één of twee seconden. En als wij dan zelf geoordeeld worden met wat wij over anderen oordelen? Laten wij die consequentie, over hoe vaak wij elke dag oordelen, eens doortrekken.

Waarop baseren wij ons oordeel? Van Dale gebruikt het woord ”keuren”. Hoe snel keuren wij onze medemens, op uiterlijk, gedrag, hulpmiddelen, uitspraken of bewegingen. Ik maakte het mee dat ik samen op weg was met iemand in een rolstoel, Trudy. Zíj stelde een vraag aan de winkelmedewerker en ík kreeg het antwoord. Ik werd blijkbaar wél voor vol aangezien!

Ik moet hiermee echter wel bij mijzelf beginnen. Zodra een nieuwe cliënt in mijn taxi stapt, denk ik al te kunnen weten of ik een goed gesprek met hem of haar kan voeren. Dat gaat automatisch. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat zeker 80 procent van mijn oordelen op onjuiste feiten berust. Het tegendeel van mijn oordeel blijkt vaak waar.

Een vriend wees mij eens op het volgende: “Kijk je weleens naar mensen zoals Jezus dit moet hebben gedaan toen Hij op aarde rondliep?” Dat was liefdevol, respectvol, teder en bewogen, niks geen oordeel of afkeur. Zullen wij eens door de ‘bril’ die –met eerbied gesproken– Jezus gedragen heeft naar onze medemens kijken?

Ja, hand in hand met hen gaan. Een luisterend oor bieden, meegenieten met wat zij te vertellen hebben, meelachen of juist bewogen zijn met hen die verdriet of zorgen kennen. Liefdevol zijn naar die man in de rolstoel die advocaat blijkt te zijn, of die jongen van tien met het syndroom van Down die dus wél even dat blikje opraapt dat een ander achteloos neergooit.

Ik heb al veel geschreven over hoe we mensen met autisme beter kunnen begrijpen. Maar naast begrip, is voor élk mens van groot belang: liefde van een ander, begrip in moeilijke situaties, een hand op de schouder. En: waarom gaat we niet in gebed met de ander?

Twee dingen die ik bij me draag:
1. Het woord ”ELIA”: Ervaar Liefde In Anderen
2. De wijsheid “overeenkomsten zoeken in plaats van verschillen.”

Zullen we afspreken dat u in de komende week met iemand hand in hand gaat, op bezoek gaat of in gebed gaat met deze medemens?

Pieter van der Leer (24) is werkzaam als taxichauffeur leerlingenvervoer voor het speciaal onderwijs. Hij wil de ander op weg helpen met het bespreekbaar maken van vraagstukken rondom het Autisme Spectrum Stoornis en is ook werkzaam als ervaringsdeskundige op dit gebied. Vragen stellen of input leveren is mogelijk en wordt zeer op prijs gesteld! Mail: PvdLeer@solcon.nl

Copyright © Op weg met de ander. Alle rechten voorbehouden. | Design: SV Productions | Privacyverklaring

Volg ons:          Zoeken: