Tussen de weilanden, in het buitengebied van Scherpenzeel, staat de zorgboerderij van de (schoon)ouders van Jochem (30) en Evita (25) Goudriaan. Sinds 2012 runnen Jochem en Evita hier de Gebarenboerderij, een zorgboerderij speciaal voor dove en slechthorende mensen met een beperking. Evita: “We zijn zelf allebei doof en we hebben gekozen voor deze Gebarenboerderij omdat we merkten dat veel doven met een beperking er tegenaan liepen dat ze nergens terecht konden. Niet bij een instelling of dagbesteding. Dat kwam vooral doordat de communicatie lastig was, want veel begeleiders kunnen geen gebarentaal. Het gevolg was dat die persoon vastliep en vast zat op een plek.”

“Het is belangrijk dat doven met een beperking ook een plek krijgen, aangepast op hun niveau”

Het werk op een zorgboerderij heeft Evita van huis uit meegekregen. “Mijn ouders hebben een zorgboerderij in Renswoude. Die boerderij is voor horende mensen. Ik was bezig met een opleiding en het leek me wel een uitdaging om iets vergelijkbaars voort te zetten voor dove mensen. Dat is dus deze dagbesteding geworden. Samen moesten we dit verder ontwikkelen en het is heel erg belangrijk om een mooie plek voor doven neer te zetten. Het is belangrijk dat doven met een beperking ook een plek krijgen, aangepast op hun niveau.”

 

Kans

“We hebben er echt samen voor gekozen om dit bedrijf voort te zetten,” zegt Jochem. “De Gebarenboerderij was al eerder opgezet door onder andere mijn schoonouders. Ik was toen assistent accountant bij een bedrijf. Ik had prima werk en kon overal wonen en werken. Evita vertelde mij dat ze het wel zou zien zitten om de Gebarenboerderij voort te zetten en ik had al het gevoel dat ik echt iets meer wilde. Ik wilde echt iets betekenen voor anderen in mijn werk. Dit was een kans die we moesten pakken. Ik heb mijn werk aan de kant gegooid en zijn het proces aangegaan. We zijn nog steeds aan het groeien.”

Zes jaar na de start van De Gebarenboerderij lopen er ongeveer 26.000 legkippen rond, verdeeld over twee stallen. “Door de vogelgriep moeten de kippen nu binnen blijven,” zegt Jochem terwijl hij een rondleiding geeft op het terrein. “Normaal gesproken lopen ze op een groot stuk land.”

Binnen zijn een cliënt en een begeleider bezig met het inpakken van de eieren. Alle eieren van beide stallen worden vrijwel automatisch verpakt in tray’s en opgestapeld op pallets. Per dag worden er zo duizenden eieren verpakt en verkocht.

Cliënten

Op de Gebarenboerderij werken ongeveer tien clienten, maar ze komen niet iedere dag. Nu zijn er vijf mensen aan het werk in de kippenstal of bij de konijnen. “Er werken hier heel veel verschillende mensen,” legt Evita uit. “Mensen met een autistische stoornis of mensen met een verstandelijke beperking. Mensen met laag of hoog niveau. Mensen met ADHD. Eigenlijk allerlei mensen met een beperking. Mensen waar ik me voor aan moet passen om aan te sluiten bij de wens van de ander. Alles staat of valt met communicatie. Ze hebben geen kans op een andere plek in de samenleving.” Jochem vult aan: “Er zijn hier mensen die zelfstandig kunnen werken en minder begeleiding nodig hebben. Maar er zijn ook mensen die juist heel veel begeleiding nodig hebben. Maandag is bijvoorbeeld een dag met veel een op een begeleiding, donderdag ook. Dat doen we niet alleen. Er is nog een collega, Bart, bij ons die ook begeleidt. We hebben als doel dat mensen die komen, zich hier thuis voelen en zin hebben om hier aan het werk te gaan. Dat ze een leuke dag hebben en aan het einde van de dag met een glimlach naar huis gaan.”

Het is duidelijk zichtbaar voor Jochem en Evita dat hun werk belangrijk is voor de cliënten. In de stal loopt Fidele. Jochem: “Hij was een vluchteling en kende de gebarentaal helemaal niet. Eerst begrepen we elkaar helemaal niet. Toen heb ik hem met pictogrammen en met vingerspelletjes het alfabet geleerd. Dat ging steeds beter. In het begin was communicatie gewoon niet mogelijk. Nu is de communicatie fantastisch. Hij voelt zich vrij. Je ziet iemand echt ontwikkelen en dat is echt mooi. Een ander voorbeeld was dat er hier iemand werkte die niet met de waterspuit durfde te werken. Dus ik dacht: ‘Nee, zo werkt dat niet. Dat gaan we gewoon proberen!’ Ik ben er een jaar bezig geweest, maar dat maakt niet uit. Het is uiteindelijk toch gelukt. En nu is hij met die waterspuit in de weer en is hij zo blij dat hij het kan. Het geeft hem heel veel trots, hij kan nu iets. In de horende wereld zou dit veel lastiger zijn, want daar hebben ze denk ik niet de tijd om hem dit aan te leren. En ik kan hem op zijn eigen manier aanspreken en iets leren.”

“Je ziet iemand echt ontwikkelen en dat is echt fantastisch”

Toekomst

Veel grote dromen voor de toekomst hebben Jochem en Evita nog niet. Jochem: “Ik heb mijn doel eigenlijk al bereikt: een zorgboerderij voor de dove mensen waar ze zich thuis kunnen voelen. Misschien is het wel een droom dat we kunnen samenwerken met een instelling hier in de buurt, waar mensen zelfstandig kunnen wonen en waar 24-uurs zorg aanwezig is. Dat zou nog wel een droom zijn.” Evita vult aan: “Hier kunnen we goed samenwerken omdat de communicatie lukt. In de horende wereld kan dat niet. Hier slaagt het, omdat de gebarentaal centraal staat en daardoor voelen de dove mensen zich hier heel snel thuis. Als de gebarentaal er niet zou zijn, zou het een hele andere situatie zijn. Nu kunnen we elkaar begrijpen. Dat is de kracht van de Gebarenboerderij. Ik ben tevreden met hoe het gaat, ik ben een tevreden mens. Als een cliënt blij is, ben ik dat ook.”

Copyright © Op weg met de ander. Alle rechten voorbehouden. | Design: SV Productions | Privacyverklaring

Volg ons:          Zoeken: