Het past niet bij mijn spontane karakter en ik moet dan ook het puntje van m’n tong afbijten als ik van de auto naar het huis loop. Ik ga niets zeggen. Hij moet er zelf naar vragen.
Karel heeft de deur al op een kiertje gezet. De gebruikelijke kus wordt uitgewisseld.
‘Hoe was het bij Thea vandaag? Lekker bij gekletst?’
Zonder op antwoord te wachten, kijkt hij naar de broden die ik op het aanrecht leg.
‘O fijn, je bent nog even langs de bakker geweest’.
Ik loop terug naar de gang om mijn jas op te hangen. Dan gaat mijn mobiel. Ik zie dat het mijn leidinggevende is.
‘Hoi, met Marloes’.
Karel gooit een houtje op de kachel en kijkt me vragend aan. Ik negeer die blik, die vraagt wie ik aan de telefoon heb.
‘Wat attent zeg en wat ontzettend tof dat je eraan gedacht hebt’, is mijn reactie op de vraag die Gert stelt.
Ik kijk naar Karel. Hij fronst zijn wenkbrauwen. Ik zie hem denken.
‘Gelukkig is alles goed. Een hele opluchting. Het blijft spannend, elke keer weer.’
Ik zie aan de blik in Karels ogen dat het kwartje is gevallen.

Het ontstellende bericht dat ik kanker had, was als een bom ingeslagen in ons gezin. Gelukkig werd het op tijd ontdekt en kon ik na een aantal chemokuren en operaties mijn leven langzaamaan weer oppakken. Het is nu ruim twee jaar geleden en elke drie maanden onderga ik de controle die past bij het traject. De ene keer een scan, dan weer een echo. Samen met het bloedbeeld wordt het duidelijk of ik weer verder kan leven of dat de trein opnieuw stil staat. Leren omgaan met die onzekerheid en angst is een deel van mijn leven geworden. Karel deelt die spanning niet. Hij heeft er een goed gevoel bij en is van mening dat ik me druk maak om niets.
‘Je zult zien Marloes, dat het weer goed is hoor.’
Helaas stelt me dit niet gerust en de pijn om het alleen te moeten dragen steekt.

Karel komt met open armen op me toegelopen, maar ik weer hem af.
‘Het hoeft niet meer. Te laat.’
‘Ik heb er niet aan gedacht, sorry.’
Hij laat zijn armen zakken en komt niet dichterbij.
‘Je bent het de vorige keer ook al vergeten’, snauw ik hem toe.
‘Sorry, ik heb het gewoon niet opgeslagen.’
Ik haal mijn schouders op.
‘Ik doe het ook niet expres hoor en trouwens, heb je het wel gezegd dat je vandaag de uitslag kreeg?’
Van binnen knapt er iets bij me. Is dat liefde die bekoelt? Is het de hoop, dat hij er voor me is op zulke momenten, die vervliegt?

Ik kijk naar mijn lege salontafel. Karel heeft een bloemetje beloofd om het goed te maken. Het is zijn manier van liefde en spijt betuigen. Eén dezer dagen komt hij die belofte vast na. Ik heb geleerd dat te waarderen en probeer zijn beperking  te accepteren, maar leven met een autistische man is soms een opgave.

Ik ben Marloes, 58 jaar en getrouwd met Karel. Samen hebben we vijf volwassen kinderen die de deur uit zijn. Ruim 10 jaar geleden heeft Karel de diagnose ASS gekregen.

*Marloes en Karel heten in werkelijkheid anders.

CategoryBlog
Tags
Reageer:

*

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Copyright © Op weg met de ander. Alle rechten voorbehouden. | Design: SV Productions | Privacyverklaring

Volg ons:          Zoeken: