Er is er één jarig! Opnieuw is het een stralende zomerdag wanneer Laurens jarig is. En wat geniet hij! Van taart, versiering, cadeautjes. Van zo veel kaarten van mensen uit de kerk. En vooral van het bezoek, onder anderen van al zijn speciale vriendinnen – lees begeleidsters. Gewoon een heerlijk tuinfeest!
En wat ben ik trots dat hij deze keer zijn leeftijd weet en zegt: “Jij bent vijftien.” Na lang oefenen, dat wel. Maar toch: weer zo’n klein stapje.
Vijftien… ik zie zijn leeftijdsgenoten door onze straat fietsen. Op hun stoere fietsen met kratten voorop. Zíj hebben hun baantje. Sommigen van hen zitten al in het examenjaar. Zíj beginnen zo leuk mee te praten. Hun smartphone onafscheidelijk in hun hand of broekzak… wát een contrast!
Kijk onze puber dan. Aan zijn peutertijd komt nóóit een einde. Zijn geboortedatum weet hij niet. Wel is hij dit jaar boven mij uitgegroeid en zit hij met zijn behaarde benen naast me. Zijn kinderlijf heeft hij niet meer. Want hij is vijftien.
Rond Laurens’ verjaardag ervaar ik elke keer dat stukje rouw dat nooit helemaal weggaat. Terwijl ik het hele jaar amper aan zijn leeftijd denk; ik ben gewoon bezig met het verzorgen en begeleiden van een peuter. Ik sta verder niet zo bij stil bij Laurens’ leeftijd.
Wat maakt die verjaardag dan zo dubbel? Juist rondom deze feestelijke dag word ik weer met mijn neus op de feiten gedrukt. Vijftien, dat getal grijnst me aan. De kloof met leeftijdgenoten wordt elk jaar groter.
Dat is de ene kant. Maar om nou nog even bij die dag te blijven… wat hééft Laurens genoten en gestraald! Hij leert mij altijd weer om bij de dag te leven. Híj geniet zo van elk moment. Híj kent geen zorgen. Geen angst om niet bij de groep te horen. Soms moet ík tegen mijzelf zeggen: “Kom op! Kijk naar alle positieve dingen. Blijf heel dicht bij hem, en zie hoe hij straalt, geniet, leeft in het moment.” Dat werkt verwarmend.
We genieten nog even na. Laurens mag zijn bon van de HEMA besteden. Ik laat hem kiezen. Speelgoed? Iets lekkers? Hij wil koffie met taart. En terwijl we daar zitten, geniet hij van zijn gebakje, en niet te vergeten van het reclamedeuntje van de HEMA op de achtergrond. Om die reden is de
HEMA zijn lievelingswinkel. Ik geniet ook, van een stralende tiener tegenover me. Na afloop vegen we samen zijn kin af, slagroom en wat kwijl tussen de vlasharen van zijn baard. En ik denk: “Wat heb ik het toch getroffen met jou als zoon!”
Jeanet schrijft over de ups en downs in haar gezin en in haar leven. Ze is getrouwd en is moeder van drie kinderen, van wie de jongste het Downsyndroom heeft
Reageer: