Terwijl onze Benjamin zit te leren voor zijn examen van de havo, die hij heeft gevolgd op een reguliere christelijke school, gaan mijn gedachten terug naar ongeveer zes jaar geleden. En ik overweeg om nog eens een open brief te schrijven…

De lagereschooltijd op de mytylschool zat er bijna op. Wij moesten nadenken over hoe nu verder met onze jongen, die getest was op havoniveau. Een logisch vervolg zou opnieuw het mytylonderwijs zijn, al waren de locaties voor voortgezet onderwijs wel veel verder weg. Na een oriënterend gesprek op één van deze mytylscholen bleek al snel dat de zorg er niet toereikend was en ze graag wat van ons persoons gebonden budget (pgb) wilden inzetten om de zorg goed te kunnen faciliteren.

Met dit in ons achterhoofd gingen we ook de mogelijkheden op een reguliere christelijke school onderzoeken. Wat hierin zeker meespeelde, was het feit dat mijn man en ik onze Benjamin graag christelijk onderwijs gunden, juist nu de puberjaren eraan kwamen. En als er toch pgb-geld moest worden ingezet, dan konden we dit ons inziens ook zelf regelen: door iemand mee te sturen naar school die hem dan kon helpen bij de zorg die Benjamin nodig heeft.

Passend onderwijs; het uitgangspunt klinkt veelbelovend, maar dat ”passen” een werkwoord is waar nog niet veel mee is geëxperimenteerd. Zeker op christelijke scholen, met kinderen die een ernstige lichamelijke beperking hebben, gingen we dat ondervinden…

Op de eerste scholengemeenschap werd er in eerste instantie positief gereageerd. Na een gesprek met diverse disciplines kwamen we uit op een kleine locatie; lekker overzichtelijk en niet te ver bij onze woonplaats verwijderd. Maar na een kennismakingsgesprek volgde intern overleg. Ons werd vervolgens telefonisch meegedeeld dat de school alleen mogelijkheden zag op vmbo basis-kader, omdat daar een onderwijsassistent beschikbaar was die de zorgtaken kon oppakken.

Dus een jongen met een havo-denkniveau –en die weinig tot niets met zijn handen kan– op basis-kader plaatsen? Waarom kon die onderwijsassistente niet op de havo worden ingezet? En waarom was er geen ruimte om over óns voorstel, om iemand mee te sturen, verder na te denken? Ook op de tweede christelijke school die we benaderden was een gesprek hierover niet mogelijk. Het kwam niet alleen bij ons, maar ook bij Benjamin hard aan. Nog nooit had hij zijn beperking zo nadrukkelijk gevoeld, want door deze opstelling was hij dus niet welkom op een christelijke school. Zelf was ik helemaal klaar met het woord ”christelijk”. We probeerden het daarna nog op een school met een meer evangelische inslag. Dat voelde vanaf het begin anders. Maar helaas, door een verbouwing was de lift voorlopig niet bruikbaar en hierdoor was plaatsing niet haalbaar.

Dan toch maar een mytylschool!? Psychisch zag ík er niet meer doorheen om nog meer scholen te benaderen en dan wéér te worden afgewezen. Jenneke Wolvers van Op weg met de ander, die we voor ondersteuning hadden benaderd, bleef echter –ondanks alle afwijzingen tot dusver– toch erin

geloven dat het kon. Zij ging verder zoeken… Toen kwam Jenneke’s telefoontje: “Ik denk dat ik een christelijke school gevonden heb waar ze het zien zitten. Ga je mee voor een gesprek?” Er zouden nog heel veel gesprekken volgen om alles ”passend” te maken, maar… het kan dus wel!

Hendrika*, moeder van vier zonen, wil door middel van haar blogs de lezer regelmatig een inkijkje geven in haar gezinsleven. Die is anders dan doorsnee, omdat de jongste, Benjamin (2006), een spierziekte heeft en volledig rolstoelafhankelijk is. “Veel in ons huis staat hierdoor op wielen, maar niet altijd loopt alles op rolletjes”, aldus Hendrika.

* Hendrika en Benjamin heten in werkelijkheid anders.

CategoryBlog, Nieuws
Tags
Reageer:

*

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Copyright © Op weg met de ander. Alle rechten voorbehouden. | Design: SV Productions | Privacyverklaring

Volg ons:          Zoeken: